Gezondheidsonderzoeken
Wij hechten veel waarde aan uitgebreide gezondheidsonderzoeken. Elke hond waarmee wij voornemens zijn om een nest te fokken zal deze gezondheidsonderzoeken ondergaan.
Wij vinden het erg belangrijk dat er meer openheid komt over onderzoeken en testresultaten, vandaar dat wij alle uitslagen van de gezondheidsonderzoeken op onze website vermelden op de persoonlijke pagina van de hond.
Tijdens het delen hiervan is opgevallen dat niet veel mensen goed een uitslag kunnen interpreteren, of dat het onduidelijk is waarom er op een bepaalde afwijking getest is. Op deze pagina word uitgelegd welke gezondheidsonderzoeken wij uitvoeren, waarom we deze uitvoeren en hoe je de uitslag kunt ‘lezen’.
Het is belangrijk dat als je op zoek bent naar een Franse Bulldog pup, je goed op de hoogte bent van wat verschillende uitslagen betekenen. Ook is het belangrijk dat je op de hoogte bent welke ziektes er bij de Franse Bulldog voorkomen. Hiervoor kunt u deze pagina raadplegen.
Helaas is er vanuit de Raad van Beheer geen enkele verplichting op gezondheidsonderzoeken bij de Franse Bulldog. Je kunt letterlijk 2 ongeteste honden bij elkaar zetten en stambomen krijgen voor de pups.
Vanuit de rasverenigingen is wel íets verplicht, maar dat stelt ook niet zo veel voor. Dit bestaat uit een onderzoek op patella luxatie, het hart word beluisterd en de ademhaling van de hond word beoordeeld na een wandeling van 500 meter waar de hond 5 minuten over mag doen.
Dit vinden wij lang niet voldoende! Vandaar dat wij zelf onze eigen weg ingeslagen zijn. We zullen er alles aan doen om een gezonde Franse Bulldog te fokken. Alle onderzoeken doen wij dus op vrijwillige basis, helaas is geen enkele hiervan verplicht. Op de tabbladen hieronder kun je elk onderzoek afzonderlijk bekijken en lees je waarom wij voor dit onderzoek gekozen hebben.
Lichamelijk onderzoek
Bij gebrek aan een goed onafhankelijk document om het lichamelijke onderzoek vast te leggen heb ik er zelf een protocol voor gemaakt.
Rechts staat een lege versie, met de pijltjes kun je door de pagina’s kijken. Hij is ook voor iedereen te downloaden op de pagina Documenten en Links.
Het onderzoeksprotocol is gebaseerd op veelvoorkomende aandoeningen waar geen officiële test voor is, of dit onderzoek is voldoende om vast te stellen of er afwijkingen gevonden zijn.
Er word naar verschillende punten gekeken.
Ademhaling: Het type ademhaling word genoteerd, en ook of er een bijgeruis aanwezig is wat een indicatie kan zijn voor een minder goede ademhaling. De neusgaten worden ook beoordeeld.
Huid en vacht: De vacht kan een indicatie zijn of er allergieën aanwezig zijn. Er word gekeken of de vacht niet verkleurd is, of er geen kale plekken ontstaan zijn en of er geen tussenteenontstekingen aanwezig zijn. Ook willen de gezichtsplooien nog wel eens ontsteken of smetten.
Gehoorgang: Door de kopvorm komt er bij de Franse Bulldog wel eens een vernauwde gehoorgang voor. Dat kan een oorontsteking tot gevolg hebben.
Ogen: Lees ook het tabblad ‘Oogafwijkingen‘, de traanproductie word gemeten, door de korte snuit kunnen de traanbuizen verkeerd aangelegd worden. Er word gecontroleerd op een cherry eye en het hoornvlies word beoordeeld. Als er geen ECVO oogonderzoek uitgevoerd word word er ook gekeken naar entropion, ectropion en distichiasis.
Kniegewricht: Patella Luxatie komt bij de Franse Bulldog voor. Het is belangrijk om dit goed gedocumenteerd te hebben.
Heupgewricht: Een luxerend heupgewricht kan een indicatie zijn voor HD en voor ondiepe heupkommen. Naast deze controle word er een officieel HD onderzoek uitgevoerd, lees er meer over in het tabblad ‘HD-onderzoek’.
Staart: Door de korte, geknikte staart komt het wel eens voor dat de staart ingroeit. Dit is zeer pijnlijk.
Keelinspectie: Een belangrijk deel van dit protocol is de keelinspectie. Deze word onder narcose uitgevoerd. Er word gekeken of er een te lang of te dik zacht gehemelte bij de hond aanwezig is, of de amandelen normaal van vorm zijn en of het strottenhoofd niet afwijkt. De diameter van de luchtpijp word gemeten met behulp van een röntgenfoto. Dit zijn allemaal aanwijzingen voor het BOS-syndroom.
Ruginspectie: Van de gehele wervelkolom worden er röntgenfoto’s gemaakt. Hier word gelet op vervormingen van ruggenwervels (hemivertebrae), aanwezigheid van spondylose en calcificatie van de tussenwervelschijven.
Röntgenfoto’s
Tezamen met het lichamelijk onderzoek worden er ook röntgenfoto’s gemaakt. De Franse Bulldog is een dwergras, en door zijn compacte bouw komen er regelmatig skeletafwijkingen voor. Veel van deze afwijkingen zijn erfelijk. Door middel van röntgenfoto’s kunnen we goed beoordelen of de hond lijdt aan afwijkingen aan het skelet of luchtwegen.
Er worden röntgenfoto’s gemaakt van het volgende:
Strottenhoofd en luchtwegen: Op deze foto kunnen we de diameter van de luchtpijp meten. Ook kunnen we zien of er afwijkingen aan de luchtpijp of het strottenhoofd zijn. Het strottenhoofd en de luchtwegen zijn gevoelig voor afwijkingen, lees hier over het BOS-Syndroom, en welke afwijkingen dat met zich mee brengt.
De gehele wervelkolom: Afwijkingen aan de wervelkolom komen bij de Franse Bulldog helaas regelmatig voor. Op deze pagina leest u er meer over, en ik laat zien hoe u het kunt herkennen aan de hand van röntgenfoto’s. Elke wervel moet goed op de foto(s) staan, dus wij laten foto’s maken van de nek- tot aan de staartwervels zodat we ons een goed beeld kunnen vormen van de rug van de hond.
Heupen: Onder het tabblad ‘HD-onderzoek’ en ‘PennHip’ leest u meer over het waarom en hoe.
Ellebogen: Onder het tabblad ‘ED-onderzoek’ staat hier meer informatie over.
In totaal worden er ongeveer 10 röntgenfoto’s gemaakt van een hond die volgens onze gezondheidsonderzoeken getest word. Wederom vinden wij het belangrijk dat hier openheid over gegeven word. Daarom staan alle röntgenfoto’s op de persoonlijke pagina van de betreffende hond. Neem even contact op als u het originele formaat graag wil zien, ik stuur ze met alle liefde op.
HD-onderzoek
De OFA (Amerikaanse organisatie welke gezondheidsgegevens bijhoudt) heeft een lijst gemaakt van alle hondenrassen. Hierin word een ‘ranking’ gegeven hoeveel heupdysplasie er voorkomt per ras. Het ras wat op nummer 1 staat komt het meest HD in voor, het ras wat onderaan staat het minst. Er staan 173 rassen in deze lijst. De Franse Bulldog staat op plaats 21. Dat is natuurlijk veel te hoog! Het percentage Franse Bulldoggen wat als dysplastisch wordt getest is maar liefst 28.9%! Dat is bijna 1 op de 3 honden, wat natuurlijk veel te veel is.Vandaar dat wij de honden waarmee wij voornemens zijn om te fokken een officieel HD-onderzoek laten ondergaan. Lees meer over HD bij de Franse Bulldog op deze pagina. Er word een heupfoto gemaakt, deze wordt opgestuurd naar de Raad van Beheer. De röntgenfoto’s worden beoordeeld door een panel. Het panel bestaat uit drie deskundigen die de röntgenfoto’s beoordelen.
Beoordeling van HD-foto’s
Het panel kijkt bij het beoordelen van de foto’s naar de vorm van de heupkommen en de heupkoppen, de diepte van de heupkommen, de aansluiting van de heupkoppen in de heupkommen en de aanwezigheid van botwoekeringen langs de randen van de heupgewrichten.
Een indicatie voor de kwaliteit van de heupgewrichten is de zogenaamde “Norbergwaarde”. Hoe hoger de Norbergwaarde, hoe dieper de kop van het bovenbeen in de kom van de heup zit. Als de kop diep in de kom zit, dan zit dat vaak goed stevig en is er minder kans op botwoekeringen en andere problemen. Bij een normaal heupgewricht is de Norbergwaarde vaak tussen de 30 en 40. Een hond met een lage Norbergwaarde heeft ondiepe heupkommen en/of een slechte aansluiting van de gewrichtsdelen en kan vaak niet meer de hoogste score (A) halen.
Een normale of zelfs hoge Norbergwaarde betekent helaas niet zonder meer dat de betreffende hond goede heupgewrichten heeft. De uiteindelijke HD-beoordeling is namelijk ook van andere aspecten afhankelijk, zoals de aansluiting van de gewrichtsdelen en eventuele botafwijkingen. Er is een rechtstreekse koppeling tussen de ernst van de botafwijkingen en de uitslag: zeer lichte botafwijkingen (1) leiden tot de beoordeling HD B, lichte botafwijkingen (2) leiden tot de beoordeling HD C, en ernstige botafwijkingen (3) leiden tot de beoordeling HD D.
Er kan ook sprake zijn van “vormveranderingen”. Meestal gaat het dan om een afvlakking van de voorste rand van de heupkom. De aanwezigheid hiervan wordt wel vermeld, maar heeft in het algemeen geen doorslaggevende betekenis voor de einduitslag.
Alle gegevens samen bepalen de definitieve beoordeling. Het kan zijn dat slechts één aspect de doorslag geeft, maar het kunnen ook meerdere factoren samen zijn die de beoordeling bepalen. Je kunt dit afleiden uit de informatie op het certificaat.
Uitslag van het HD-onderzoek
Na de beoordeling ontvang je een certificaat thuis. Hierop staat de officiële uitslag.
Er zijn verschillende uitslagen mogelijk:
HD A (=negatief): je hond is op basis van de röntgenfoto vrij van HD; dit betekent niet dat je hond geen “drager” van de afwijking kan zijn.
HD B (=overgangsvorm): op de foto’s zijn kleine veranderingen zichtbaar die het gevolg zijn van heupdysplasie.
HD C (=licht positief) of HD D (=positief): je hond laat duidelijke veranderingen zien die passen in het ziektebeeld van HD.
HD E (=positief in optima forma): de heupgewrichten zijn ernstig misvormd.
Houd er rekening mee dat een HD A uitslag niet betekent dat je hond nooit last zal krijgen van HD. Omgekeerd betekenen duidelijke misvormingen ook niet dat de hond er beslist last van zal krijgen. Het is wel verstandig om er op te letten dat je (de heupgewrichten van) je hond niet te zwaar belast. In geval van twijfel kun je dit met je dierenarts bespreken.
PennHip
Wat is PennHip?
PennHip is een nieuwe, betrouwbaardere methode om bij honden de kwaliteit van de heupen te bepalen. Dat gebeurt met röntgenfoto’s en een zogenaamde distractor. Het is een methode die in de Verenigde Staten is ontwikkeld door de Universiteit van Pennsylvania. Die methode mag alleen worden gebruikt door dierenartsen die door de Universiteit van Pennsylvania zijn getraind en gecertificeerd. In het tabblad ‘HD-onderzoek’ is te lezen waarom wij onderzoek naar HD erg belangrijk vinden.
Waarom PennHip?
PennHip gaat uit van een ander principe als het traditionele HD-onderzoek: de Distractie-Index (DI).
De kans op artrose van de heupen neemt toe naarmate de heupkop minder strak in de kom zit. Dus hoe meer speling in het heupgewricht, hoe groter de kans op artrose.
PennHip meet die speling in het heupgewricht: onder sedatie en met behulp van een PennHip-distractor, wordt met een röntgenfoto gekeken hoe ver de kop uit de kom kan.
De mate van speling geeft een zeer betrouwbare voorspelling van de kans op HD. Het grote voordeel is dat je die speling al bij pups vanaf 16 weken leeftijd betrouwbaar kunt meten. Dus ruim voordat deze honden zelf hun eerste nestje hebben. Zo kan de kans op nakomelingen met HD sterk worden verminderd. Uiteraard alleen als er niet meer wordt gefokt met dieren die een verhoogde kans op HD hebben.
Hoe werkt de PennHip-methode?
Er worden 3 röntgenfoto’s gemaakt.
De PennHip-beoordeling
De röntgenfoto’s worden digitaal opgestuurd naar Amerika en daar beoordeeld door specialisten van de Universiteit van Pennsylvania. Alle foto’s uit de hele wereld worden daar op dezelfde wijze beoordeeld en centraal opgeslagen in een database.
De eigenaar krijgt een certificaat met daarop de distractie-index (de mate van speling in de heupen) van zijn hond. Bovendien worden de gemiddelde waardes van het ras vermeld. Zo kan een fokker zien of de hond slechter of beter scoort dan het gemiddelde en besluiten om met het dier te fokken of niet.
Uitslag
Deze uitslag heeft denk ik wat uitleg nodig, niet veel mensen zien vaak een Pennhip uitslag. Hiernaast heb ik de PennHip uitslag van Yara gezet.
De uitslag krijg je per heup, op de bovenste helft van de uitslag kun je deze zien. De Distraction Index (DI) varieert van 0 tot 1. Waarin 0 strakke heupen zijn en 1 losse heupen. Yara haar DI is links 0.54 en rechts 0.63.
Ook word er naar andere afwijkingen gekeken, zoals artrose. Yara is hier op dit moment allemaal vrij van.
De onderste helft van de uitslag is de vergelijking met andere Franse Bullen die een Pennhip onderzoek hebben gehad. Ten tijde van de beoordeling waren er 112 Franse Bulldogs met een Pennhip resultaat wereldwijd. Pennhip zet de gemiddelde score binnen het ras hier ook in.
Het rasgemiddelde voor de Franse Bulldog is 0.60. Yara haar ene heup is iets strakker als gemiddeld in het ras en haar andere heup net iets losser. In deze vergelijking kijken ze naar de meest losse heup, in stappen van tienden. In Yara haar geval is dat de rechter heup met een DI van 0.63. Er staat van Yara in het 40e percentiel valt. Dat betekent dat 40% van de Franse Bulldoggen minimaal 1 lossere heup hebben als Yara, en 60% heeft strakkere heupen.
Ik heb ervoor gekozen om Pennhip naast het reguliere heuponderzoek te doen omdat de beoordeling dus heel anders is, en er word naar andere dingen gekeken.. Bij de reguliere heuponderzoeken word er vooral op de diepte van de heupkommen gelet, samen met afwijkingen aan de botten. Het Pennhip onderzoek is een indicatie van hoe strak of los de heupen zijn.
Yara haar officiële uitslag van de Raad van Beheer is HD A. Zie voor de beoordeling daarvan ook het tabblad ‘HD-onderzoek’.
ED-onderzoek
Naast het officiële HD-onderzoek voeren wij ook een officieel ED-onderzoek uit. ED staat voor Elleboog Dysplasie. De Franse Bulldog steunt met 70-80% van zijn gewicht op de voorpoten, de ellebogen krijgen dus flink wat te verduren. Wij vinden het belangrijk dat zo’n onmisbaar deel in het lichaam geen afwijkingen vertoont.
Wat is ED?
Elleboogdysplasie (ED) is een ontwikkelingsstoornis van met name het kraakbeen in de gewrichten. Het kan erfelijk zijn, maar omgevingsfactoren dragen vaak ook bij aan het ontstaan van deze aandoening. Sommige honden kunnen op jonge leeftijd al ernstige problemen ondervinden door ED. Bij andere honden leiden ernstige misvormingen in het gewricht pas op latere leeftijd tot kreupelheid.
ED-onderzoek beoordeling
Voor het ED-onderzoek worden er 4 röntgenfoto’s gemaakt; 2 van elke elleboog. De dierenarts stuurt de foto’s op naar de Raad van Beheer. Daar worden de foto’s beoordeeld door een panel van 3 deskundigen. De samenstelling van het panel wisselt steeds. Na beoordeling word er een officieel certificaat thuisgestuurd. Alleen honden met een FCI stamboom kunnen een officiële ED uitslag krijgen.
Volgens de regels van de FCI (Fédération Cynologique Internationale) moet je hond voor het laten maken van ED-foto’s minimaal achttien maanden zijn.
We spreken over ED als een van de volgende aandoeningen in een ellebooggewricht aanwezig is:
OCD (Osteochondritis dissecans): het loslaten van een stukje kraakbeen van de bovenarm.
LPC (Los processus coronoïdeus): het loslaten van een stukje bot van de ellepijp.
LPA (Los processus anconeus): het loslaten van een stukje bot op een andere plaats van de ellepijp.
Incongruentie: een niet goed “passend” gewricht door een te lange of te korte ellepijp ten opzichte van het spaakbeen.
Er kan ook sprake zijn van een meerdere aandoeningen in een gewricht.
Ieder van de genoemde afwijkingen leidt na enkele maanden tot artrose. Artrose kenmerkt zich door:
Veranderingen van het gewricht (botreactie’s) die in de loop van het ziekteproces kunnen ontstaan.
Het blijvende karakter van de veranderingen.
Startpijn: kreupele stappen net na het opstaan.
‘Er doorheen lopen’: beter lopen na enige tijd.
Een terugval na veel inspanning.
Bij het vaststellen volgt de Raad van Beheer we de normen van de “International Elbow Working Group”. Het slechtste gewricht bepaalt de einduitslag.
De uitslag
Er zijn verschillende uitslagen mogelijk:
Vrij
Grensgeval
Graad 1
Graad 2
Graad 3
In die gevallen waarin ras- of projectspecifieke bepalingen van toepassing zijn, zal het panel – als dat mogelijk is – ook een uitspraak doen over het achterliggende ziekteproces.
Het is op grond van de foto’s niet mogelijk om te voorspellen of honden die niet vrij blijken te zijn van elleboogdysplasie, maar die hiervan geen uiterlijke verschijnselen tonen, later problemen zullen krijgen. Dit is afhankelijk van de aard en de ernst van de aandoening en het gebruik en de aard van de individuele hond.
Patella Luxatie onderzoek
Vanaf 1 augustus 2016 administreert de Raad van Beheer de Patella Luxatie onderzoeken. Dit betekent dat je hiervan ook een officieel certificaat ontvangt met het resultaat en de onderzoeken volgens een bepaald protocol moeten worden uitgevoerd bij een specialist.
Als er een officieel protocol is om een aandoening te laten testen vind ik het prettig om deze ook te volgen. Zo kan er nergens verwarring ontstaan over de uitslag en dan staat deze ook niet ter discussie. De test wordt door elke speciaal aangewezen arts op dezelfde manier uitgevoerd.
Patella Luxatie is een aandoening aan de knie, of beter gezegd de knieschijf. De knieschijf schiet dan uit de daarvoor bestemde groef. Dit kan zeer pijnlijk zijn voor de hond. Patella Luxatie komt veel voor bij de Franse Bulldog. Op deze pagina lees je er meer over, onder het kopje ‘Patella Luxatie’.
Voor het onderzoek moet de hond een stukje op en neer lopen voor de arts. Dan beoordeelt de arts het gangwerk. Daarna word de hond op de behandeltafel verder onderzocht. Het onderzoek gebeurt zonder verdoving. De arts controleert of de patella’s (knieschijven) verplaatsbaar zijn of zelf uit de groef gedrukt kunnen worden. Ook controleert de arts of er niets zeer doet in de beweging van het kniegewricht. Daarna moet de hond op zijn zij liggen. De arts controleert hier weer hetzelfde.
De uitslag van het onderzoek kan ingedeeld worden in de volgende gradaties:
Patella luxatie vrij (vast):
De knieschijf is met nauwkeurig onderzoek bij de ontspannen hond niet uit de groeve van het dijbeen te verplaatsen.
Patella luxatie vrij (flexibel):
De knieschijf is makkelijk te verschuiven in zijwaartse richting tot op de rand van de groeve, maar er niet overheen.
Patella luxatie Graad 1:
Alleen bij zijwaartse druk op de patella is deze te verplaatsen (naar binnen en/of naar buiten) uit de groeve en keert, na loslaten, spontaan direct terug in de groeve.
Patella luxatie Graad 2:
De patella luxeert spontaan uit de groeve naar binnen en/of naar buiten en keert ook weer spontaan terug in de groeve door draaien aan het onderbeen.
Patella luxatie Graad 3:
De patella ligt permanent (blijvend) buiten de groeve, naar binnen of naar buiten, maar is manueel terug te plaatsen in de groeve.
Patella luxatie Graad 4:
De patella ligt permanent buiten de groeve, naar binnen of naar buiten, en is niet manueel terug te plaatsen in de groeve. Graad 4 wordt ook gegeven aan honden die voorafgaande aan het onderzoek aan patella luxatie zijn geopereerd.
Nadat de bezwaartermijn is verstreken, zullen de onderzoeksresultaten ook gepubliceerd worden op de website van de Raad van Beheer.
Na het onderzoek is de uitslag direct bekend.
Hartecho
Omdat de Franse Bulldog een dwergras is is de kans op hartafwijkingen groter. Een hartafwijking kun je vaak niet zien aan de buitenkant. Wij vinden het belangrijk om inzicht te hebben door middel van een hartecho inclusief Doppler onderzoek. Dit word gedaan door een specialist.
Wat is Doppler echografie?
Bij Doppler-echografie wordt de beweging van deeltjes, in dit geval de bloedcellen, omgezet in snelheidspieken of in kleur. Op deze manier kan men onderscheid maken tussen bloedvaten en andere structuren in de borst of buik. Ook kunnen onder andere vernauwingen in, uit het hart vertrekkende, bloedvaten en lekkende kleppen worden opgespoord. In een vernauwd bloedvat is de bloedstroom sneller. Hierdoor kunnen door middel van het gebruik van Doppler-echografie verschillende hartaandoeningen worden opgespoord. Van de Doppler-techniek wordt dan ook veel gebruik gemaakt tijdens echocardiografie.
Hartonderzoek
Tijdens de echo ligt de hond op zijn zij, de hond hoeft niet gesedeerd te zijn. Het echoapparaat word op verschillende punten op de borst gezet, voor verschillende hoeken van zicht. Er worden verschillende metingen verricht.
Uitslag
Na de echo word er een formulier ingevuld waarop aangegeven word of er afwijkingen te vinden zijn. Onder andere word er gekeken naar aortastenose (een vernauwing in het begin van de grote lichaamsslagader), DCM (dilaterende cardiomyopathie, een afwijking van de hartspier) en op MI (mitralis insufficiëntie, een lekkende hartklep in de linker harthelft). Hieronder staat een voorbeeld van een uitslag. Deze uitslag is van Yara
ECVO
Het ECVO onderzoek is een oogonderzoek. Omdat er verschillende oogafwijkingen bij de Franse Bulldog voorkomen is het verstandig om deze officieel te laten testen. Lees meer over welke oogafwijkingen er bij de Franse Bulldog voorkomen op deze pagina.
ECVO betekend European College of Veterinary Ophthalmologists. Dit is een erkende Europese organisatie die gespecialiseerd is in oogonderzoek bij dieren.
In Nederland zijn de oogspecialisten aangesloten bij deze organisatie en ze gebruiken het formulier waar de uitslag op staat. Voor een persoon die zich niet bezighoud met de fok van dieren is dit een formulier dat niet voor iedereen te begrijpen is. Daarom proberen wij het uit te leggen en ook aan te geven waar u op moet letten als u een nest wilt fokken met honden die getest zijn. Wij raden dan ook aan allebei de ouderdieren eerst te test voor men deze inzet voor de fok, immers een oogafwijking is niet altijd bij de geboorte te zien en kan op latere leeftijd optreden. Hieronder staat de ECVO uitslag van Yara als voorbeeld.
De oogspecialist zal bij de oogdoorsnedes intekenen wat deze heeft geconstateerd en ook de plek waar het zich bevindt. Ook word er gekeken naar de mate waarin het zich bevindt.
Het blok eronder staat vol met allerlei moeilijke namen. Dit zijn de oog afwijkingen waar tijdens het ECVO onderzoek op getest word.
Membrana pupillaris Persistens (MMP)
MPP is een vrij zelden voorkomende, aangeboren oogafwijking. Als gevolg van een storing in de ontwikkeling blijven er restjes achter van het embryonale lensvaatnetje dat voor de geboorte de voorzijde van de lens van voedingsstoffen moest voorzien.
MPP komt in vele vormen voor. Bij de lichtste vormen blijven er kleine pigmentklontjes achter op de voorkant van de lens of tegen de binnenkant van het hoornvlies. Ook kunnen er zich draadjes bevinden op het oppervlak van de iris (regenboogvlies). Deze draadjes kunnen ook oversteken over de pupil of naar de voorkant van de lens of naar de binnenzijde van het hoornvlies. Er kan zelfs een soort spinnenweb in het oog van overblijven. Als de resten verbonden zijn met de binnenzijde van het hoornvlies kunnen zij daarin witte littekens veroorzaken. Het lijkt dan of de patiënt op pupleeftijd een beschadiging aan het oog heeft gekregen. Als de resten tegen de voorzijde van de lens blijven zitten, kunnen zij daar grauwe staar of cataract veroorzaken (zie verder). Soms gaat MPP ook gepaard met andere oogafwijkingen, zoals microphthalmie of netvliesafwijkingen.
Een behandeling is vrijwel nooit noodzakelijk. Een heel enkele keer is operatieve verwijdering nuttig.
Wat is de oorzaak?
MPP wordt veroorzaakt doordat, tijdens het laatste deel van de dracht, een stoornis in de afbraak van het embryonale vaatstelseltje aan de voorzijde van de lens optreedt. Bij een aantal rassen is de afwijking erfelijk bepaald.
Hoe kan het worden voorkomen?
Honden met ernstige vormen van MPP kunnen beter worden uitgesloten van de fokkerij. Bij sommige rassen heeft de afwijking zich al zeer sterk door het ras verbreid. Bij dergelijke rassen zal men voorlopig niet veel anders kunnen doen dan bij de selectie alleen honden met lichte vormen van MPP te gebruiken en dan nog zo min mogelijk.
Persisterende hyperplastische tunica vasculosa lentis/primair vitreum (PHTVL/PHPV)
PHTVL/PHPV is een, op zich, zeldzaam voorkomende, aangeboren oogafwijking. Bij een tweetal rassen is bewezen dat de afwijking erfelijk is bepaald. Als gevolg van een storing in de ontwikkeling blijven er restjes achter van het embryonale lensvaatnetje dat voor de geboorte de achterzijde van de lens van voedingsstoffen moest voorzien. Er blijven minieme restjes (graad 1) van het lensvaatnetje, ook na de geboorte zitten. Bij de ernstige vormen (graad 2-6) blijven er grotere delen achter en gaan zij tevens woekeren.
Om aan te geven in welke vorm de hond de afwijking heeft, zijn gradaties aangebracht: Onbeslist, graad 1 en de ernstige vormen (graden 2-6). Bij “onbeslist” blijven minieme restjes van het vaatnetje, meestal alleen in één oog, achter op de achterzijde van de lens. Bij graad 1 zijn duidelijker restjes achtergebleven. Zij veranderen niet meer, veroorzaken geen veranderingen aan andere delen van het oog en beïnvloeden het gezichtsvermogen van de hond niet. Zij zijn uitsluitend te zien met behulp van een speciale microscoop. De ernstige vormen (graden 2-6), komen steeds in beide ogen voor. Er blijft een laagje gepigmenteerd, gewoekerd littekenweefsel met vaatresten tegen de achterkapsel van de lens zitten. Daarnaast kunnen de lenzen aan de achterzijde conisch (kegelvormig) zijn misvormd. Bij de ernstige vormen (graad 2-6) heeft het proces een slechte invloed op de lensinhoud, waardoor deze langzaam troebel wordt (cataract). Dit cataract kan reeds bij de geboorte aanwezig zijn, waardoor de pups direct al blind zijn. Het kan ook gedurende het leven langzaam in ernst toenemen. De weg van het licht naar het netvlies wordt daardoor steeds meer geblokkeerd, de hond kan steeds minder zien en wordt langzaam blind. De afwijkingen doen in ieder geval geen pijn. Soms zijn de pups al blind bij de geboorte en weten niet beter. Als ze geleidelijk blind worden hebben ze rustig de tijd om zich aan te passen. Zij zullen zich in een vreemde omgeving alleen wel vaker gaan stoten.
Wat is de oorzaak?
Door middel van fokproeven en stamboom-onderzoek kon worden aangetoond dat PHTVL/PHPV wordt veroorzaakt door een erfelijke stoornis in de ontwikkeling en de afbraak van het vaatstelseltje aan de achterzijde van de lens, tijdens het eerste deel van de dracht. De afwijkingen konden reeds worden vastgesteld bij vruchtjes op een leeftijd van 30 dagen na de dekking. De afwijking wordt het meest waarschijnlijk veroorzaakt door een niet geslachtsgebonden, niet compleet dominant overervende en in verschillende uitingsvormen voorkomende erffactor. Daarbij wordt tevens aangenomen dat de dieren die van de ene ouder de normale en van de andere ouder de afwijkende erffactoren krijgen geen of graad 1 afwijkingen vertonen.
De ernstig afwijkende ogen (graad 2-6) zijn, als zij blind zijn, te opereren. De prognose van de operatie is dubieus (circa 50 %). Als de operatie geen verbetering geeft, blijft de hond blind. De meeste blinde honden kunnen zich echter uitermate goed redden met hun prima neus en oren. Sommige honden worden bang, schrikachtig en soms zelf agressief en daardoor gevaarlijk. In die gevallen blijft er bijna geen andere mogelijkheid over dan euthanasie.
Hoe kan het worden voorkomen?
Om al deze problemen te voorkomen is het veel beter om door fok- en controlemaatregelen te trachten het aantal ernstige gevallen terug te dringen. Ernstig afwijkende dieren dienen te worden uitgesloten van de fokkerij. Ook hun directe familie (d.w.z. ouderdieren, maar ook nestgenoten) kunnen beter niet meer voor de fokkerij worden gebruikt. Indien het aantal voor de fokkerij beschikbare dieren dit toelaat kunnen Graad 1 en “onbeslist” honden ook beter niet meer worden gebruikt. Gelukkig is door doelmatige bestrijding, het aantal dieren met de afwijking in de afgelopen jaren sterk terug gedrongen.
Cataract (Congenitaal)
Cataract of grauwe staar (abnormale troebeling van de lens)
Achter de pupil en iris (regenboogvlies) bevindt zich de lens, waarmee het binnenkomende beeld wordt scherpgesteld op het netvlies. De lens behoort daartoe helder te zijn. De normale lens kent echter wel een verouderingsproces, waardoor de honden-/kattenlens vanaf circa 6-jarige leeftijd in het centrale deel een grauwe waas (sclerose) gaat vertonen. Dit is normaal en veroorzaakt géén blindheid. Een abnormale troebeling van de lens en/of de lenskapsel wordt cataract of grauwe staar genoemd. De afwijking komt regelmatig voor, bij mens en dier. Cataracten kunnen aangeboren of verkregen zijn. De belangrijkste groep van de verkregen cataracten is die van de erfelijke vormen. Helaas breiden bijna alle vormen van cataract zich uit, totdat de lens geheel ondoorzichtig is geworden. Het dier registreert met dat oog dan nog wel licht en donker, maar ziet geen beeld meer (kijkt door matglas). Grauwe staar of cataract is voor veel honden en katten geen onoverkomelijk probleem. Cataract doet geen pijn. Bovendien is het oog voor de meeste huisdieren een minder belangrijk zintuig dan voor bijvoorbeeld de mens. Honden leven in een wereld van geuren en geluiden en van voelen. De ogen geven aanvullende informatie.
“Congenitaal” cataract staat voor aangeboren cataract, d.w.z. ontstaan voor of net na de geboorte, tot ongeveer de 6-8ste levensweek.
Retina (netvlies) degeneratie
RD is een aangeboren en erfelijke netvlies-/vaatvliesafwijking, die kan variëren van, in de lichtste gevallen onbeduidende kleine locale plooitjes in de retina (netvlies), in de midden vorm met grotere plooien of locale loslatingen met later retinadegeneratie (verval), tot de ernstige vormen met grote plooien of totale retinaloslating.
De vorm met de locale retina plooitjes veroorzaakt geen merkbare oogproblemen voor het dier. Dezevorm wordt als focale vorm aangemerkt op het rapport oogonderzoek formulier. Kleine plooitjes kunnen in de loop van de eerste levensmaanden soms nog verstrijken. Helaas zijn er ook gevallen bekend, waarbij zij pas na de eerste puppie screening moeten zijn ontstaan. Of deze gevallen ook onder de erfelijke vorm moeten worden geschaard, is nog niet duidelijk. De afwijking is bij een aantal rassen bekend (bijvoorbeeld: Am. C. Spaniël, Collies, Rottweiler, Beagle, Labrador Retriever, Noors boskat). De middelgradige of geografische vorm van RD kan gezichtsuitval van kleine gebiedjes van de retina veroorzaken. Dit is aan de hond echter vrijwel niet te merken. Pas in het eindstadium kunnen de honden verlies van gezichtsvermogen gaan vertonen. Deze vorm komt voor bijvoorbeeld bij de Engelse Springer Spaniël voor.
De ernstige of totale vorm met grote plooien of totale retinaloslating. Deze ernstig vorm is beschreven bij de Bedlington-, Sealyham-, en Yorkshire Terriër en de Labrador Retriever (bij dit laatste ras in combinatie met skelet afwijkingen). Hierbij worden, in het algemeen beiderzijdse, grote tot totale netvliesloslatingen gevonden, soms in combinatie met cataract en er treedt wel een ernstige vermindering van het gezichtsvermogen of totale blindheid op.
In principe is retina-vastzetting door middel van “vastlaseren” of “vriezen” soms nog mogelijk. Dit is echter alleen zinvol als het netvlies nog niet geheel losligt.
Wat is de oorzaak?
De midden en de ernstige vorm van RD worden waarschijnlijk veroorzaakt door een autosomaal recessief overervend defect. De lichtste vorm zou recessief overerven, hierover is echter minder bekend.
Hoe kan het worden voorkomen?
Daar er bij de lichtste vorm vooralsnog geen afwijkingen in het gezichtsvermogen zijn geconstateerd, worden in het algemeen geen fokbeperkingen geadviseerd, behalve bij rassen waarbij de ernstiger vormen ook bekend zijn. De gevallen worden echter altijd wel geregistreerd. Dieren met de midden-, of geografische vorm van RD en zeker die met de ernstige vorm kunnen beter van de fokkerij worden uitgesloten. Ook directe familieleden kunnen beter niet worden gebruikt.
Hypoplasie/Micropapilla
Bij de micro- en de hypoplastische – niet functionele – papil is de kop van de oogzenuw onvoldoende ontwikkeld wat zich uit in een vermindering van het aantal zenuwvezeltjes en zenuwcellen. Het gezichtsvermogen van een oog met een hypoplastische papil is vrijwel nihil.
Collie eye Anomaly
Aangeboren: komt vooral bij de Schotse Herdershond en de Shetland Sheepdog voor. Het is een afwijking waarbij het netvlies, het vaatvlies en de oogzenuw betrokken kan zijn. De ernst van de afwijking bepaalt de mate waarin het gezichtsvermogen is aangetast.
Ligamentum pectinatum abnormaliteit
Ligamentum pectinatum abnormaliteit, vroeger ook goniodysplasie of dysgenese (Engels:PLD) genoemd. Net buiten en achter het hoornvlies bevindt zich de kamerhoek. Deze wordt begrensd door het Ligamentum pectinatum. Dat vormt de begrenzing van de “zeef”waardoor het oogwater het oog weer verlaat. Bij deze afwijking is dit “zeef”-systeem afwijkend aangelegd. Er worden drie types onderscheiden. De vezeltjes (vergelijkbaar met een druipsteengrot) kunnen te kort en te breed zijn (fibrae latae), of uitwaaierende plaatvormige delen vertonen (laminae). Bij de meest afwijkende vormen zit de “zeef” rondom nagenoeg dicht (occlusio). Bij de oogonderzoeksuitslagen wordt in principe ook de ernst van de desbetreffende vormen vermeld.
Entropion/Trichiasis
Entropion: is een afwijking waarbij het ooglid naar binnen krult. Zowel in het gehele onderooglid, delen daarvan, het bovenooglid of binnenooghoek kan Entropion voorkomen. Entropion komt bij veel rassen voor.
Trichiasis: zijn haren die zich op een normale plaats bevinden maar die door een afwijkende stand de bindvliezen en/of het hoornvlies irriteren. Komt vooral voor bij de neusplooi en bij het buitendeel van het bovenooglid.
Ectropion/ Mecroblepharon
Het naar buiten openhangen van de onderste oogleden, (bv. bij Bloedhond), het rode slijmvlies is dan goed zichtbaar.
Distichiasis/Ectopische Cilie
Distichiasis: enkele of vele haartjes op de vrije ooglidrand, ze komen doorheen de openingen van de kliertjes van Meibomius, deze haartjes kunnen fijn en zacht zijn en veroorzaken dan geen irritatie; zijn de haartjes stug dan kan beschadiging van het hoornvlies optreden.
Ectopische Cilie: hierbij bevinden zich 1 of meer haartjes in een kliertje van Meibomius, maar dit haar komt niet door de opening op de ooglidrand zelf naar buiten , maar wel doorheen het slijmvlies van het ooglid, en daardoor beschadigt dit haar het hoornvlies, de ectopische cilie bevindt zich meestal in het midden van het bovenooglid.
Cornea Dystrophie
Bij deze aandoening wordt het hoornvlies (= cornea) troebel door het ontstaan van neerslagen, meestal centraal op het hoornvlies Je ziet dan in het midden een dof plekje Uw hond heeft verder geen last van zo’n dof plekje Meestal wordt geadviseerd wat aanpassingen te doen in de voeding van uw hond.
Cataract (Niet Congenitaal)
Dit is jeugdstaar, in de lens zijn troebelingen aanwezig, dat kunnen kleine troebele plekjes zijn die lange tijd stabiel zijn en niet of nauwelijks een vermindering van het gezichtsvermogen geven. Maar ze kunnen ook in ernstige mate voorkomen en/of uitbreiden en daarbij blindheid van het aangetaste oog veroorzaken. Cataract kan aan één oog voorkomen, of beiderzijds. Het komt bij veel rassen voor. De term jeugdstaar is wat misleidend. Bij veel rassen treedt het op in de eerste levensjaren, maar het kan ook nog op latere leeftijd optreden. Het onderscheid met het normale verouderingsproces van de lens (de bekende blauwe waas bij oudere honden) is meestal goed te maken. Bij de Franse Bulldog is hier ook een DNA test voor beschikbaar.
Later ontstane cataract heet “niet congenitaal”.
Lens Luxatie (primair)
Dit is het loslaten van de lens. Komt vooral voor bij kleine Terriërs en treedt meestal op rond de 4 jarige leeftijd. Een lensloslating kan een drukverhoging (glaucoom) in het oog veroorzaken en zo tot blindheid leiden.
Retina Degeneratie (PRA)
Dit is een netvliesafwijking die bij veel rassen voorkomt en tot blindheid leidt. Het begint meestal met slecht zien in het donker (nachtblindheid) en leidt uiteindelijk na enkele jaren tot volledige blindheid. Voor PRA bestaat geen behandeling. PRA ontwikkelt zich bij veel rassen pas na het derde of vierde levensjaar. Voor die tijd is er aan de hond niets te merken en bij het oogonderzoek ook niet te zien. Voor een aantal rassen bestaat er nu een DNA-test, waardoor bij pups al is vast te stellen of de hond genetisch vrij is of dat er een kans is op dragerschap of lijderschap. De verwachting is dat deze ontwikkelingen de komende jaren zullen doorgaan, waardoor het voor vele rassen mogelijk zal zijn PRA door middel van DNA-technieken op te sporen.
Embark
De Embark test is een hele uitgebreide test. Er word op honderden ziektes en afwijkingen getest, en dat allemaal vanaf een wangswab. 1 van deze afwijkingen die bij de Franse Bulldog voorkomt is bijvoorbeeld Erfelijke Cataract (HSF-4). Ook word de genetische variëteit van de hond berekend. Hoe meer genetische variëteit hoe beter, dat betekent dat er minder kopietjes van genen aanwezig zijn. De hond word ook in een ‘kaart’ geplaatst tussen alle andere honden van hetzelfde ras. Zo word duidelijk hoe veel genetische variatie er in het ras bestaat.
Omdat er op zo ontzettend veel ziektes word getest, word er direct duidelijk als er een ziekte de kop oprukt binnen het ras.
De test is een wangswab, dat is ideaal want daar hoeft de hond verder niets speciaals voor te doen. Het swabje word opgestuurd naar een laboratorium in Amerika. Na 6 weken volgt de uitslag. Deze telt wel 12 pagina’s!
Ook worden er wat kleurtjes en uiterlijkheden via DNA getest. Wij fokken niet op kleur maar het is wel een leuke bijkomstigheid als we kunnen voorspellen hoe de pups eruit zullen zien natuurlijk.
Wij vinden een Embark profiel erg waardevol. Al onze honden waarmee wij voornemens zijn om te fokken zullen beschikken over een Embark profiel.
Degeneratieve Myelopathie
Bij de Franse Bulldog komt Degeneratieve Myelopathie voor. Volgens sommige cijfers is 20% van de populatie drager van deze aandoening.
Degeneratieve Myelopathie (DM) is een fatale progressieve neurologische aandoening van het ruggenmerg bij honden, vergelijkbaar met ALS bij mensen. Honden met DM beginnen meestal tekenen van de ziekte te vertonen rond de 6-7 jaar, maar sommige vertonen pas symptomen als ze veel ouder zijn rond 15 jaar oud. Vanaf de eerste tekenen tot het einde verloopt meestal 6 tot 18 maanden.
Degeneratieve Myelopathie begint met zwakte en coördinatieverlies in de achterste ledematen. Eerst één poot en later de andere poot. De hond gaat slepen en waggelen met de achterpoten en struikelen. De nagels slijten en beschadiging van de poot kunnen volgen, waarna mogelijk infecties kunnen optreden. Later, als de verlamming verergert, valt de hond om, vooral op een gladde ondergrond. Lopen wordt steeds moeilijker. Een hond in goede conditie kan echter nog wel rennen (zolang de tweede poot nog bruikbaar is). Incontinentie betekent meestal dat het einde nabij is. Uiteindelijk worden de vitale organen aangetast. Het verloop van de ziekte is afhankelijk van de fysieke conditie en omgevingsfactoren.
Via een DNA test kan er getest worden op DM, maar nog niet alle DNA-markers voor de aandoening zijn gevonden. Dit betekent dat de uitslag niet 100% waterdicht is. Wij vinden het belangrijk om mee te werken aan onderzoek naar de ziekte en het voorkomen ervan. Vandaar dat wij onze honden DNA testen op Degeneratieve Myelopathie.
Meer informatie over DM vind u op deze pagina.
Cystinurie
Cystinurie is nog niet zo lang geleden ‘ontdekt’ bij de Franse Bulldog. Niet zo gek, want de aandoening openbaart zich alleen bij intacte volwassen reuen. Hierdoor is het lang onopgemerkt gebleven. Er zijn nog geen schattingen bekend hoe veel honden deze aandoening hebben.
Er bestaan verschillende typen blaasstenen bij honden. Struviet, Oxalaat, Uraat en Cystine. Struviet en Oxalaat kunnen worden gevormd als de Ph waarde van de urine niet optimaal is. Uraat is een erfelijke aandoening bij bijvoorbeeld Dalmatische Honden. Cystine stenen zijn al een ruime tijd bekend als erfelijke aandoening bij verschillende rassen zoals Newfoundlanders, Mastiffs en Engelse Bulldogs. En recentelijk ook bij de Franse Bulldog een rasspecifieke variant, Type 3 Cystinurie.
De meeste reuen worden gecastreerd en dit is ook gelijk de behandeling voor deze afwijking. Wanneer er stenen gevormd worden in de blaas van een intacte reu zal dit in eerste instantie onopgemerkt blijven. Wanneer eenmaal een groot aantal Cystine stenen is gevormd kunnen deze de urineweg blokkeren. Geblokkeerde urinewegen zijn levensbedreigend! De hond kan niet plassen en de urine hoopt zich op in de blaas, tot de blaas het begeeft en scheurt. Symptomen hiervan zijn sloomheid, pijn on ongemak bij plassen, of proberen te plassen zonder resultaat. Als de stenen onbehandeld blijven zal de hond overlijden. Met een operatie kunnen de stenen verwijderd worden. Wanneer de hond tijdens deze operatie ook direct gecastreerd wordt zullen de stenen ook niet meer vormen.
Cystinurie is een aandoening waarvoor er sinds eind 2015/begin 2016 gelukkig een DNA test beschikbaar is gekomen. De DNA test gaat via een simpele wangswab in een envelop richting de Universiteit van Pennsylvania. Hier hebben ze de DNA marker voor Cystinurie type 3 ontdekt. De aandoening vererfd autosomaal recessief. Een drager van deze aandoening heeft geen klachten.Er zijn 3 verschillende uitslagen mogelijk:
1-1 Vrij
1-2 Drager
2-2 Lijder
Reuen die getest zijn en lijder blijken kunnen het best gecastreerd worden zodra ze uitgegroeid zijn. Gecastreerde reuen maken geen cystinestenen aan!
Wij vinden het belangrijk om ‘bij’ te blijven in de ontwikkelingen van de DNA testen. Er is zo ontzettend veel mogelijk waar we gebruik van kunnen maken om uiteindelijk de volgende generaties gezonder te kunnen fokken. Vandaar dat wij deze DNA test aan ons testprotocol toegevoegd hebben.
CT Scan
Het is beangstigend hoe weinig perfect gezonde en stabiele Franse Bulldoggen er nog bestaan en hoe verschillend resultaten worden geïnterpreteerd. Er wordt vaak gepretendeerd door fokkers dat zijn of haar Franse Bulldoggen perfect zijn. Dit is geen fenomeen onder alleen broodfok, ook onder stamboomhonden komt dit minstens net zo vaak voor. Het is duidelijk dat de definitie ‘gezond’ per persoon, per fokker en per rasvereniging verschilt. Het is niet uitzonderlijk dat een Franse Bulldog niet oud wordt onder gebreken. Ze kunnen tenslotte een prima leeftijd behalen met HD, hemivertebrae en slechte luchtwegen. Het is misleidend om te zeggen dat deze hond dan ook echt gezond was gedurende zijn leven.
Het probleem van de hemivertebrae
Tot op heden was het gebruikelijk om röntgenfoto’s te maken van alle ruggenwervels. Dit houdt in alle nek- borst- en lendenwervels. Op een röntgenfoto is alleen de buitenkant te zien van alle wervels. Op een röntgenfoto kunnen we op de afbeelding hier onder is links een röntgenfoto te zien en rechts een CT beeld. Het röntgenbeeld is gemaakt van de zijkant en op de CT is een doorsnede van de wervel te zien. Op het röntgenbeeld lijkt de wervel ‘ netjes’ in 2 stukjes te zijn gebroken. Pakken we er echter het CT beeld bij zien we dat het een gecompliceerde breuk is die uit meerdere fragmenten bestaat.
Bij een gezondheidsonderzoek waarin alleen met röntgenfoto’s wordt gewerkt kunnen de hemivertebrae als minimaal of ernstig worden geclassificeerd. Locatie, ervaring en het aantal afwijkingen spelen een rol in de beslissing om de hond wel of niet in de fok in te zetten. Spondylose, artrose en gecalcificeerde tussenwervelschijven worden in deze beslissing meegenomen.
Experts onderscheiden in de afwijkingen ook nog 2 categorieën: hemivertebrae en verkorte wervels. Bij hemivertebrae is 1 zijde van de wervel verkort, wat zich vertaalt in een driehoeksvormige wervel. Bij verkorte wervels is de wervel minder lang als de andere normaal gevormde wervels.
Lees op deze pagina meer over de anatomie van de wervels.
Een beoordeling van de wervels via een röntgenfoto is veel minder nauwkeurig als een beoordeling via CT scan. Wanneer er een CT scan gemaakt wordt is ook het ruggenmerg en de zenuwbanen zichtbaar. Zo kunnen we zien of er niets vernauwd of afwijkend is.
In de afgelopen jaren zijn veel Franse Bulldoggen met bekende stambomen bekend geworden met rugproblemen. Om de gevolgen van de rugafwijkingen tegen te gaan kregen zij medicatie, operaties en sommigen moesten helaas geëuthanaseerd worden.
CT scans tonen dat wervels die slecht ontwikkelen vaak ook voor problemen in het wervelkanaal. De natuurlijke stootkussens ontbreken, hierdoor kunnen fragmenten van de wervel af brokkelen. Dit veroorzaak veel pijn. De consequenties voor deze honden en hun nageslacht zijn vaak dramatisch.
Om deze reden hebben wij er voor gekozen om CT scans uit te voeren bij de honden waarmee we voornemens zijn om te gaan fokken. Zo krijgen we een driedimensionaal beeld van wat er écht aan de hand is in de rug!
Het probleem aan de luchtwegen
Links: Endoscopisch onderzoek van het gehemelte zonder speciale bevindingen. Reu van 11 maanden.
Rechts: CT onderzoek van het gehemelte. Dezelfde reu van 5 jaar.
Het meest gebruikte woord bij de Franse Bulldog is goede ademhaling! Men pronkt met goede testresultaten die vast geweldige nakomelingen zullen bezorgen. Hoort ongehinderde ademhaling niet één van de basisbehoeften van ieder levend wezen te zijn? Een ademhaling vrij van complicatie in elke situatie is alleen mogelijk wanneer verschillende elementen met elkaar in harmonie zijn. De neusgaten, neusgangen, het slokdarmhoofd, het strottenhoofd, amandelen, tong en luchtpijp moeten vrij zijn van afwijkingen. Dit moet per hond geëvalueerd worden met behulp van een CT scan. Een blik op het keelgebied is niet altijd afdoende. Zeker wanneer de hond nog in de groei is geeft dit absoluut geen juiste informatie. Het is verbazend wat een beeld je kunt krijgen door middel van een CT scan. Het is een feit dat noch de neusgaten, noch de lengte van de neus een goede indicatie geeft over de ademhaling.
Waarom een CT scan?
Een CT scan is een éénmalig, kostbaar onderzoek van onze honden. Iedereen die Franse Bulldoggen fokt weet hoe veel erfelijke afwijkingen er voorkomen in het ras (of dat zouden ze moeten weten).
In overweging nemend dat de gezondheidsresultaten die fokkers de afgelopen jaren hebben uitgevoerd geen resultaten hebben opgeleverd zou er opnieuw nagedacht moeten worden over manieren om het ras gezonder te maken.
Het argument van het risico van de narcose is onzin. Het risico van de narcose is laag en daarbij worden vele Franse Bulldog pups gehaald via een (geplande) keizersnede. Hier hebben de fokkers dan gek genoeg weer geen problemen mee.
MRI Scan
De afgelopen tijd zijn er verschillende bulletjes bekend geworden met Syringomyelia en Chiari Malformatie. Te veel naar ons idee. We vinden het dan ook niet meer verantwoord om hier niet op te laten controleren.
Syringomyelia is één van de aandoeningen die bij de Franse Bulldog kan voorkomen.
In de volksmond wordt dit ook wel de krabziekte genoemd, omdat krabben in de lucht één van de verschijnselen is. Pas sinds enkele jaren is bekend geworden dat deze afwijking al heel veel jaren in het ras zit, alleen vroeger wist men niet wat het was. Vele Franse Bulldoggen uit het verleden kregen een diagnose als allergie of nekhernia toegeschreven, terwijl daar niet echt bewijs voor was, maar de dierenartsen waren toen nog niet bekend met Syringomyelia. Tegenwoordig zijn al vele dierenartsen op de hoogte gebracht van deze aandoening.
Helaas is deze aandoening niet aan de buitenkant vast te stellen. Alleen door middel van een MRI kan men een diagnose krijgen.Door te scannen kun je een verantwoorde combinatie maken, maar garanties heb je helaas niet. De vererving is heel ingewikkeld. Twee MRI-vrije ouderdieren kunnen toch weer lijders geven, maar ook 2 lijders kunnen een MRI-vrije geven, alleen komt dat niet zoveel voor. Een fokker die scant kan dus ook nooit de garantie geven dat u een syringomyelia vrije pup koopt, omdat toevallig de ouderdieren vrij zijn. Wel is vanzelfsprekend de kans erop groter dan dat u uit 2 ongescande ouderdieren een pup koopt.
Wat is nu precies Chiari Malformatie (CM) en Syringomyelia (SM)?
Hieronder beknopt een uitleg van deze aandoeningen:
Het probleem ontstaat door een in aanleg te klein achterhoofdsbeen en daardoor een te klein achterhoofdsgat. Dit heet de Chiari malformatie (CM) of misvorming. Chiari Malformatie geeft in de meeste gevallen geen problemen, maar kan ook zonder de aanwezigheid van SM voor ernstige klachten zorgen, toch in bijna alle gevallen is het de Syringomyelia die de pijnklachten doet veroorzaken.
De Chiari Malformatie dwingt de hersenen te zakken in het achterhoofdsgat. Als gevolg hiervan raakt de vloeistof, die normaal door de hersenen en het ruggemergkanaal circuleert, geblokkeerd, waardoor de druk van de vloeistof omhoog gaat, hetgeen de vorming van holtes gevuld met vloeistof (syrinx) in de ruggengraat veroorzaakt.
Dit wordt Syringomyelie genoemd. In de meeste gevallen blijven deze dieren geheel vrij van klachten, ondanks dat er dus SM via een MRI-scan wordt vastgesteld. Geschat wordt dat een klein % van de honden waarbij SM is vastgesteld via MRI, ook werkelijk lichamelijke klachten laat zien of gaat laten zien. Het exacte % is niet bekend. Uiteraard is elke hond die pijn heeft er één teveel!
De holtes (syrinx) en de druk die de holtes uitoefenen op de zenuwuiteinden kunnen neurologische bijwerkingen veroorzaken, die zeer pijnlijk kunnen zijn.
Het meest voorkomend is krabben aan één kant, maar het kan beiderzijds voorkomen. Er zijn hierbij geen afwijkingen aan huid of oor. Aangedane honden zijn tevens gevoelig aan kop, nek en voorpoten en gillen vaak van de pijn zonder duidelijke reden. De pijn kan samenhangen met de houding van de kop en sommige honden eten en slapen bij voorkeur met de kop omhoog. Sommige ernstig aangedane jonge honden ontwikkelen een nek scoliose, dit is een kronkel in de ruggengraat. Tenslotte krijgen ernstig aangedane honden een waggelende gang met de achterpoten en/of zwakte van de voorpoten.
De verschijnselen ontstaan meestal vanaf de leeftijd van een halfjaar. Veel honden leiden een relatief normaal leven, maar sommige honden verslechteren toenemend en worden rond middelbare leeftijd geëuthaniseerd. Er bestaan dus duidelijk verschillende graden van ernst van de aandoening.
Bij andere kleine rassen komt de aandoening CM/SM ook voor, zoals o.a. bij de King Charles Spaniel, Yorkshire Terrier, Mopshond, Chihuahua, Griffon, Shih Tzu, Pekingees, Bichon Frisé, Malteser, Dwergpinscher, Staffordshire Bull Terrier, Boston Terrier, Dwergkeeshond, Japanse Spaniel, Havanezer, Toypoedel-en Dwergpoedel, Dwergteckel, Jack Russel Terrier
De enige zekere manier om de diagnose syringomyelie en misvorming van het achterhoofdsgat vast te stellen, is door middel van een MRI scan. MRI is Magnetic Resonance Imaging. Meerdere genen spelen waarschijnlijk een rol. Verder DNA onderzoek is nodig om de betrokken genen vast te stellen, maar tot op heden is er nog geen DNA-marker gevonden.